Murphy

Murphy

Murphy

Breed: Welsh Mtn. Arabier

Sex: Ruin

Date of Birth: 1988-01-01

Height: 135

Date Received: 2010-09-10

Descent: Nederlands

City: Wateren

Date of Death: 2010-10-08

Murhpy

Murphy is na wat omzwervingen in 1993 in ons bezit gekomen. Een Welsh-Arabier. Hij was toen 5 jaar oud. Nadat mijn ouders net waren verhuisd vanuit het westen van Nederland naar Drenthe, ging voor mijn moeder een droom in vervulling: een eigen paard (pony). Zijn stal was nog niet af en tijdelijk huisde hij in een klein schuurtje op het erf met als deur een lage plank op de grond, waar hij netjes achter bleef staan.

Niet lang daarna was zijn stal gereed. Hij stond er altijd graag. De deur van de stal zat nooit dicht, hij kon dus vrij in- en uitlopen en er zat een raampje aan de zijkant, waar hij zo het één en ander in de gaten hield. Grenzend aan zijn stal was een tweede stal, waar de geit stond met daar weer naast de garage. En ook in die garage mocht hij graag staan. Op rust, glurend door een ander zijraampje naar wat en wie er allemaal over en langs de weg kwam.

Een echt buitenpaardje dus met in de winter een mooie dikke wintervacht. Sneeuw kon hem niet deren. Met zijn neus en voeten veegde hij net zolang, totdat er weer wat gras tevoorschijn kwam. Maar hij heeft wel eens vragend staan kijken wat hij er in hemelsnaam mee aan moest, toen er zo’n enorm dik pak tot ver voorbij zijn knieën lag, waar alleen al lopend niet doorheen te komen was…

Mijn moeder was voorzichtig met hem, als het zo extreem heet was in de zomer. Maar je kon toch merken, dat er Arabierenbloed door zijn aderen stroomde. We zeiden wel eens uit gekkigheid over hem ‘hoe heter, hoe beter’. Dat sloeg trouwens meer op het feit, dat wanneer hij tijdens een buitenrit goed warm was en wij dachten: ‘zal het niet te heet voor hem zijn?’, hij juist dan nog een extra tandje bijzette en overschakelde naar een goed verborgen hogere versnelling, die hem nog meer liet gaan.

Ook mijn toen nog kleine nichtje raakte besmet met het paardenvirus en Murphy was haar leermeester. Braaf aan de longe draaide hij zijn rondjes. Hij sprak nogal tot de verbeelding, toen ze nog zo klein was: deze schimmel leek toch écht op Witje het paard van Pippi Langkous. En dus moesten er vlechtjes in haar haren met ijzerdraad, zodat ze er net zoals Pippi uitzag.

Zo direct naast het huis staande was Murphy echt een lid van de familie. Het was vaak een hele optocht, als wij het bos ingingen. Paard, 3 honden, geit en o ja wijzelf niet te vergeten… Murphy is zelfs een aantal keren de woonboerderij binnen gegaan. Gewoon uit zichzelf en uit nieuwsgierigheid wat daar nu allemaal gaande was. De eerste keer dat wij daar niets vermoedend achter kwamen, stond hij al weer lang en breed in zijn eigen stal, maar een voetafdruk van zijn hoef op het vloerkleed van het voorkamertje verraadde zijn geheime gang naar binnen…

In het begin werd Murphy alleen onder het zadel gereden. Mijn moeder ging iedere week met hem naar de les en maakte grote bosritten met hem, zwervend en op onderzoek uit naar het gebied grenzend aan het huis. Na een aantal jaren leek het haar leuk om aangespannen met hem te gaan rijden. Een ervaren vriendin hielp mee met de eerste beginselen en Murphy had al heel snel in de gaten wat en hoe het allemaal moest. Een tweedehands karretje aangeschaft en daar gingen we. We maakten vaak lange tochten, brood en drinken mee. De hond ging ook altijd mee, voor op de bok. We hoefden alleen maar ‘we gaan met de kar’ te zeggen en hop daar zat de hond al op de bok te wachten tot het hele ritueel van inspannen klaar was en we dan eindelijk op weg gingen.

Het aangespannen rijden vond Murphy veel leuker dan onder het zadel; hij trok de kar liever, dan dat er iemand op zijn rug zat. Mijn moeder vond dat eigeijk niet zo erg, want nu de jaren wat gingen tellen, durfde ze eigeijk niet meer zo goed op zijn rug. Hij kon, laten we zeggen, wat onstuimig zijn, als hij de wijde vlakte voor zijn ogen kreeg en een flinke galop schuwde hij dan niet, inclusief wat bokkensprongen van joligheid en plezier. ‘Gemenigheid’ (voor zover dat bij een paard in oorsprong bestaat) heeft er nooit bij hem ingezeten.

Helaas kreeg ikzelf te maken met nare blessures, wat mij nogal in mijn vrijheid beperkte. Maar gelukkig was daar Murphy! Goed beschouwd was hij eigeijk mijn benen en zo maakte hij het voor mij mogelijk om toch de natuur in te kunnen gaan en lange wandelingen te maken door en te genieten van het prachtige gebied. Dank je wel Murphy!!!!!!!!!!

Zowel hij als ik vonden dat zadel maar niks, maar ik was er al eens een keer vanaf gevallen zo zonder zadel. We kwamen op het idee om het schoftje van de aanspanning te gebruiken om zo, indien nodig, enige houvast te hebben bij een onverwachte reactie. Zo schrikkerig was hij niet maar ja, het blijft toch een paard.. En zo samen met z’n drieën, ik op zijn rug, mijn moeder ernaast, hebben we mooie wandelingen gemaakt. Dat wandelen vond hij ook altijd heel erg leuk, en maar proesten en maar proesten en natuurlijk af en toe een lekkere pluk gras!

En toen werd mijn moeder geheel onverwacht ziek. Niet zomaar ziek maar zeer ernstig ziek. We werden ingehaald door de tijd en zaten in een idiote ‘trein’, die voort denderde en niet van stoppen wist… Ze had ooit besloten, dat Murphy naar ‘De Paardenkamp’ zou gaan, als hij oud zou zijn. Maar hij had last van zomereczeem en misschien was het wel beter voor hem om een plekje bij iemand aan zee te vinden, zodat hij van die nare jeuk en schuurplekken af zou zijn?

Ineens kwam het moment heel dichtbij om van alles en iedereen afscheid te moeten nemen. In het ziekenhuis, waar mijn moeder zeer kort heeft gelegen, kwam ’s nachts de nachtzuster vragen, of alles nog goed met haar ging. De zuster zag de leuke foto’s staan van de hond en de kat samen op de kar van Murphy. Ze raakten aan de praat en mijn moeder vertelde over Murphy en haar zorg, waar hij nu het beste af was. En wat bleek? Deze zuster had vroeger op de boerderij gewoond wat nu ‘De Paardenkamp’ is! Toeval?? Of misschien ook niet?

De volgende nacht had dezelfde zuster weer dienst. Ze bracht een boekje mee over ‘De Paardenkamp’ en vertelde verhalen over het wel en wee. Zo hebben ze samen midden in de nacht op de rand van haar bed gezeten en gepraat. En de volgende dag vertelde ze het verhaal aan mij en zei: ‘Marie, het is goed Murphy gaat naar ‘De Paardenkamp’ in Soest’.

Nadat mijn moeder overleden was en ik weer wat meer tijd kreeg om er voor Murphy te zijn, leek de band tussen hem en mij nog sterker en hechter dan hij al was. Overal waar ik ging, daar ging hij. Samen hebben we gewandeld door het natuurgebied, waar we altijd samen liepen. Op ons gemak, af en toe tikte zijn neus mijn schouder zachtjes aan. Het had soms bijna iets magisch, met een dieppaarse volop bloeiende hei, alleen de geluiden van de natuur en van ons, de mooie luchten en een voelbare, maar niet in woorden uit te drukken krachtige band.

Niet verwonderlijk dat de overgang naar ‘De Paardenkamp’ voor hem (en mij) erg groot was. Hij heeft het moeilijk gehad. Verschillende keren heb ik hem bezocht zo ook afgelopen zondag (26/9) en gelukkig gaat het in een relatief korte tijd (2 weken) een stuk beter met hem! Hij heeft zijn weg al redelijk kunnen vinden in zijn nieuwe omgeving. De kudde heeft hem geaccepteerd en hij lijkt een maatje (of 2?) gevonden te hebben. Hij hoorde me praten met passanten (natuurlijk over ‘De Paardenkamp’!) en kwam naar me toe, maar…zijn maatjes wel in het oog houdend en volgend. En om dat laatste ben ik zeer blij. Ik hoop, dat hij nog een hele lange leuke en gelukkige tijd bij jullie zal hebben.